Gemeente Hilversum.

Eigenaar: Vereniging Natuurmonumenten

Grootte: 28 ha
Vroeger één geheel met landgoed Schaep en Burgh

Het landhuis, gebouwd in 1878, is honderd jaar later afgebroken.
Er resteren nog twee boswachterswoningen.

Parkbos.

Bantam maakt geen deel uit van de 's-Gravelandse buitenplaatsen, die vanaf 1634 ontstonden.
De eigenaren van deze buitenplaatsen kochten in 1731 van de stad Naarden het Naarderveld, een strook grond dat achter de 's-Gravelandse buitenplaatsen lag.
Het deel achter de kavels 1 t/m 5 werd aangekocht door de bezitter van Schaep en Burgh, Jan Berndt Bicker (1695-1750).
Bicker kocht tevens een aangrenzend stuk heide.
Deze beide aankopen vormen samen het gebied waaruit Bantam thans bestaat.

Na het overlijden van Bicker behield de weduwe de buitenplaats.
Na haar overlijden nam haar dochter Wed. Johanna Hop-Bicker (1728-1807) de bezitting over.
10 Jaar later verkocht zij het aan Hendrik Daniel van Hoorn (1731-1802)
Van Hoorn overleed op 11 mei 1802, kinderloos en als weduwnaar.
Het totale bezit wordt verkocht aan Izaak Hodshon.

Hodshon verkocht zijn bezittingen in 's-Graveland in 1818 aan Willem van Loon (1794-1847) en diens rijke echtgenote Anna Louise Agatha van Winter
Na het overlijden van weduwe van Loon werd het bezit verdeeld in 3 delen.
Bantam ging naar Caroline Wilhelmine van Loon en haar echtgenoot Maurits Jacob van Lennep
Caroline was geboren op Schaep en Burg op 19 oktober 1833.
Het echtpaar van Lennep liet er een landhuis bouwen in 1878, afgebroken in 1978.
Het huis heeft aan de oostzijde van de hoofdlaan (ligt in het verlengde van de Oude Meentweg) gestaan, ongeveer halverwege de laan.
Op de heuvel heeft in de 19e eeuw een koepel gestaan.
De tuinaanleg is vergelijkbaar met die in Schaep en Burgh en is waarschijnlijk ook door architect J.D. Zocher verzorgd in opdracht van het echtpaar van Loon-Winter in de eerste helft van de 19e eeuw.